Flottieljetocht Waddenzee 2012
De flottieljetocht van Heech by de Mar vindt ieder jaar plaats en is een ware belevenis.
Dit jaar gingen we weer met 13 schepen onderweg met een groep van 64 enthousiaste zeilers.
Datum: 20 tot 27 April 2012.
De schepen die meevoeren waren:
Met schipper
• Lemsteraak 13 meter ‘Hendrickje Stoffels’ met schipper en flottieljeleider
Jan Cees, reserveschipper Harry Koekebakker en 6 gasten;
• Lemsteraak 14,50 meter ‘Ronde Walvis’ met schipper Wil en 9 gasten;
• Lemsteraak 11 meter ‘Beste Vaert’ met schipper Martin Koekebakker en 5 gasten.
• Lemsteraak 11 meter ‘Brandende Liefde’ met schipper Marianne van der Linden en 5 gasten.
Schepen zonder schipper uit de huurvloot:
• Lemsteraak 9,10 meter ‘De Steert’
• Lemsteraak 9,50 meter ‘Josephine’
• Lemsteraak 9,50 meter ‘Mata Hari’
• Lemsteraak 9,50 meter ‘Eline Vere’
• Lemsteraak 9,50 meter ‘Manna’
• Lemsteraak 10,50 meter ‘Tijdtverdrijf’
• Hoogaars 11,12 meter ‘Vrouwe Willemke’
Overige schepen die zich aansloten bij de groep:
• Lemsteraak 10,50 meter ‘Honesta’ van de familie Lechner
• Schokker 13,70 meter ‘Boreas’ van de familie Ockels.
Onderstaand verslag is geschreven door Jan Heijsteeg schipper op de Lemsteraak 9.50 meter 'Mata Hari'.
Vrijdag 20 april
We komen vrijdag vroeg aan. De Mata Hari ligt al te pronken aan de buitenkade met de voorsteven in de goede richting. Ze ziet er zeer verzorgd uit. Kijk: nieuwe vallen en een nieuwe huik. Kleindochter Linde (6) wilde wel eens het varen en slapen aan boord van een zeilboot meemaken. Dat kon nog net, aangezien de andere bemanning op zaterdagmorgen aan zou komen. De overdracht van de sleutels, zwemvesten en lakensets was snel geregeld. Het boordboek ken ik bijna uit mijn hoofd. We varen een klein rondje Woudsend om te beginnen.
Linde wil ook wel even tegen de helmstok duwen en aan de schoot trekken. Daarna binnen een tekening maken bij oma. Heen gaan we op de motor via de vaarten en terug op de fok over de Woudsender Rakken en het Heegermeer. Eens proberen bovenlangs het eiland te varen. Dat lukt net (wel) op de fok.
Aanleggen op dezelfde plaats als bij vertrek gaf even een verrassing. Volgens de theorie, waar ik heel goed in gestudeerd heb, staan er op de gewenste plaatsen paaltjes voor land-vasten en springen. Hier is slechts één grote paal op de kop van de kade van de haveningang. Met gebruik van een voorspring, beetje gas vooruit, en roer van de wal af, kan ik het schip tegen de wal houden. Maar dan?
Toch afstappen op de wal, met lange landvasten kunnen we een stukje verhalen. Opgelost.
Palaver
‘s Avonds eten we pizza in Heeg. Zoon Mathijs en kleindochter Linde gaan vast naar de boot om te slapen. Ans en ik gaan naar restaurant “de Boeier” voor het eerste palaver om 20.00 uur. De introductie en uitleg wordt, met lichtbeelden, gepresenteerd door Jan Cees Kossen (JCK), flottieljeleider. De vooruitzichten voor de wind zijn goed – niet te weinig. Morgen 8.00 uur palaver en vertrek naar den Oever of Oudeschild. Koffie en bier hoeven we niet af te rekenen.
Zaterdag 21 april
Naar Workum
Zaterdag vroeg vertrekken Mathijs en Linde weer naar Gouda, en komen onze zeilvrienden Hans en Elly aan boord.
Het Heegermeer is niet bezeild. Om geen tijd te verliezen worden de zeilen pas in de Yntemasloot, 2 mijl verder, gehesen. Smal water. Halve wind, 4 mijl tot aan de spoorbrug bij Workum. Dat gaat lekker zo. Passeren, of net niet? Zeilen strijken met beperkte ruimte geeft geen problemen. In Workum passeren we veel bruggen en een sluis. Het eerste doel: voor 12.00 uur allemaal door de sluis werd ruim gehaald.
Een puzzeltje voor de sluiswachter: Hoe krijg je 13 schepen van 9.1 tot 14.5 m. lang en 3.5 tot 4.8 m. breed met een minimaal aantal schuttingen door een sluis van 20.6 m. lang en 4.8 m. breed?
Sluis
In een poging, op het laatste moment,een achterlandvast door een ring in een haalkom te halen, glijd ik onderuit op het natte lakwerk van de bank. Hierbij val ik met mijn ribben op het potdeksel. Deze week niet op rechts slapen.
JCK adviseert voor het IJsselmeer 2 x gereefd + fok en de motor mee te laten lopen als het niet bezeild is.
Als de beschutting van het land ophoudt blijkt dit een goede keuze. Wat een wind!
Skippybal
De grote skippybal-stootwil op het voordek werd door de wind gegrepen en hobbelde vrolijk over het dek en overboord. De bal is rond. (Rinus Michels) Ook een skippybal kan voor de wind zeilen en hard. Heeft ook minder diepgang. Hiermee doe ik geen wedstrijd in het kniediepe water buiten de geul. Jammer.
Motorzeilen
De combinatie motor en zeil bevalt eigenlijk prima al is dit niet helemaal echt zeilen. Voor de bemanning ook zeer comfortabel. Volgende keer ook een kegel in het fokkenval erbij.
Het levert een goede snelheid en hoogte op en het slingeren wordt sterk gedempt door de zeilen.
De eerste lange slag komt uit halverwege de Afsluitdijk. Op 1 mijl afstand van de dijk gaan we overstag. De tweede slag zetten we niet ver genoeg door voor een goede derde slag. Het laatste stuk voor de sluis gaan we bijna recht in de wind langs de roodwitte jachtbetonning. Met de motor erbij kan dit zomaar.
Zout stromend water
We verzamelen bij de Stevinsluizen. Nu komen we op zout, stromend water. Betonning begint met de letter O(ever)?
Ik was in de veronderstelling dat de geul niet bezeild zou zijn en koos voor 100% motor. De meesten hadden wel zeil erbij en liepen langzaam van ons weg.
19.30 uur, aankomst haven Oudeschild Texel.
Lage wiebelige steigers. Of is dat door de einde vaartijdborrel?
Zondag 22 april
Stipt om 8.00 uur, palaver.
I.v.m. stroom, zo snel mogelijk vertrekken richting het ‘Franse Gaatje’, volgens de aangegeven route. Bij de 2e groene ton van Franse Gaatje verzamelen. We hebben nog 1.5 uur voor 7 mijl stevige stroom mee in de brede en diepe Texelstroom. Dat moet lukken.
De volgende geulen: Scheurrak/Omdraai, Inschot hebben minder sterke stroom en er is een gunstige wind.
Op de overgang naar het Inschot is het wantij. We zitten op de juiste tijd, rondom de hoogwaterkentering, op de juiste plaats.
Droogvallen
Twee keer stroom mee. In rap tempo komen we bij de scheidingston VL 7 - FG 2. Goed opletten, dat je er niet voorbij vaart met de sterke stroom mee. In het FG is het water veel rustiger. Het plan was met z’n allen aan één anker vast te maken. Rekening houdend met stroom, een goede aanvaarroute bepalen, om vast te maken. Helaas, het anker wil zich niet ingraven. JCK roept iets, maar door de wind verwaait deze boodschap. Dan maar er naar toe varen. Niet ankeren maar goed vastvaren is de boodschap. Rondom peilen wijst op vlak zand. Na wat bonken op het zand wordt het rustiger. Even lijkt het schip geen keuze te kunnen maken naar bb of sb te vallen. De kielbalk drukt in het zand en we liggen mooi rechtop. Het water zakt snel.
Om 17.00 uur is het laagwater.
Tijd voor een wandeling rond de boot, wat sociale contacten en foto’s maken. Het anker wordt op een strategische plaats, lopend, uitgebracht. We liggen dicht bij de Hendrikje Stoffels. Deze steekt dieper, en komt dus later los, als wij al drijven.
19.00 uur. We drijven weer. Met de motor voorzichtig naar het anker. Tegelijk anker ophalen. We blijven vrij van de andere schepen.
Terschelling
De volgende bestemming Is Terschelling, en wel via de brede Vliestroom en het ondiepe bochtige Schuitengat. Het is vloed (opkomend water). Vastlopen zou niet zo erg zijn. Kost alleen wat tijd.
We kunnen het onderling niet eens worden of de gele tonnen van het Schuitengat aan bb of sb gehouden dienen te worden. Ze zijn even en oplopend genummerd. Dan maar zo dicht mogelijk er langs. De passage lukt zonder vast te lopen.
Terschelling komt dichterbij
We vinden een mooi plekje in de haven, in het vak met de juiste lengtecategorie. Niet het platbodemvak achteraan bij de stenenglooiing.
Maandag 23 april
Op maandag verder naar Ameland via het Oosterom.
We krijgen een heftige hagelbui op onze muts. Aprilletje zoet, geeft nog wel eens een witte hoed. Klopt.
Bijna ongemerkt passeren we bij hoogwater het wantij onder Terschelling, in het Oosterom. Bij de Blauwe Slenk liggen weer honderden zeehonden op ons te wachten. Waarom liggen zeehonden vaak met de staart omhoog? Een enkele zeehond waagt zich wat dichterbij om een kijkje te komen nemen. Goed sturen en tonnen volgen, want het is smal en bochtig. Het alternatief, via het zeegat, lijkt soms meer op wildwatervaren.
Verder via Borndiep, Westgat Ameland, Molengat. Vandaag is alles bezeild.
In de haven is er nog een uitdaging, Keren in de haven, met een paar keer steken, is niet mijn sterkste punt. Wind en andere kerende schepen vergroten de moeilijkheidsgraad. Ik kom redelijk aan, alleen niet op de beoogde plaats. Tips van JCK: tegen de wind indraaien, niet te veel gas, geen snelheid maken, zwaard niet gebruiken, evt. niet keren.
Vandaag is er ruim tijd om het dorp Nes te bezoeken. Veel winkels om te kijken en voldoende restaurants.
Dinsdag 24 april
Harlingen
Kort na ons vertrek, dinsdag, van Ameland komt ook de veerboot achter ons aan. Beetje plaats maken door achter de groene tonnen langs te gaan. Niet te ver.
Ps. Groen is de diepe kant.
Welke route?
Bij het palaver zag ik van een afstandje kennelijk niet goed welke route JCK aanwees.
Verrassing! Dan maar achter de vloot aan door het Kikkertgat, Dantziggat, Vaarwater van de Zwarte Haan, Vingegat.
De zeilvoering was veelal dubbel gereefd grootzeil en fok.
Door het Kimstergat??
Volgens de mij bekende theorie zou deze route niet kunnen. De dieptestaat geeft -14 dm. aan bij de steekbakens. Het hoogwater is 236 cm. (Harlingen) Blijft over 96 cm. Een uur later 78 cm. Dat is te weinig bij een diepgang van 80 cm. JCK marifoneert echter even naar de Brandaris, en die geeft een waterdiepte van 1.4 m. af. Voor de zekerheid toch maar peilen. Minder dan ca. 1.30 meten we niet. Er gaat weer een wereld voor mij open. Het hoogwater is naar het oosten wel steeds hoger.
De wind valt helemaal weg.
Zeilen naar beneden.
De windmolens weerspiegelen in het water. Voor een tij(d)stop gaan we de naar de Noorderhaven in Harlingen. Vastmaken aan lange lijnen ivm. het getij. Om fatsoenlijk af te meren moet een plank tussen de stootwillen en de damwand worden opgehangen. Deze planken liggen klaar in speciale rekken op de kade. Tijd genoeg om de stad te verkennen.
Nachtvaren
Om 20.30 uur varen we weer uit.
Op de Boontjes verdwijnt langzamerhand het daglicht. Navigatie in het donker is hier niet moeilijk omdat de helft van tonnen verlicht is. Bovendien zijn de tonnen goed m.b.v. GPS te ‘zien’. (filo.nl). Rood/even aan stuurboord en groen/oneven aan bakboord houden.
Bij de sluizen van Kornwerderzand wordt het weer lastiger. Lamp bij de kaart aan of uit? Gordijntjes ervoor en deur dicht bemoeilijkt communicatie.
Het grote zoeklicht geeft meer hinder, door reflectie op het eigen schip, dan enig zicht vooruit. Het rode en groene licht op de havenhoofden staan niet in de GPS. Door de hogere plaatsing lijken deze lichten verder weg. (psychologie aan boord). Dit moet toch wel de haveningang zijn.
Volgende keer extra waypoints tussen de havenhoofden maken, en/of een koers uitzetten vanaf de laatste bekende boei. Kaartlezen, samen met roerganger, voordat het spannend wordt. Uitkijk op het voorschip. Voorzichtig naar de wachtsteiger. In de lucht dansende toplichtlampjes en op het water zwarte schimmen, als fietsers zonder licht. Heel omzichtig manoeuvreren met zoveel boten om je heen. Nauwelijks hebben we vastgemaakt of er verschijnt een groen licht voor de draaibrug. Even later krijgt ook de andere brugopening groen licht. De sluis is groot genoeg. (we liggen in de grote sluis dus) We kiezen voor de stuurboordzijde = hogerwal. Aansluiten, vastmaken. Van zout naar zoet, tegenstroom in de sluis, dus eerst voor vastmaken. Voor ons schuiven ze weer een plekje door. Wij ook. Losmaken, doorvaren, vastmaken. Dat gaat een paar keer zo. Ergens gaat het niet goed. De wind krijgt vat op het schip en we verliezen het contact met de wal. “Laat je maar naar de overkant drijven” roept JCK, die het zag gebeuren.
Met gebruik van motor en roer komen we netjes tegen een ander schip te liggen. Er wordt niet vastgemaakt. De nieuwe buurman heeft andere problemen met landvasten, waarbij een scherp mes uitkomst moet bieden.
Het knooppunt sluis Kornwerderzand – Makkum, voorbij de sluis blijkt ook onverwacht lastig in het donker.
De voorhaven, naar twee sluizen met drie geleidewerken, heeft ook een complexe vorm. Lichten van havenhoofdlichten, groen aan bakboord, staan dan weer niet op de GPS. We volgen eerst maar onze voorganger(s). Dan kunnen we later op de herkenbare boei MA3 aansturen. Geen goede keus blijkt. In de bocht, de haven uit, een ‘narrow escape’. Eerst passeren we rakelings een rode ton. Vervolgens komt de stenen glooiing ook wel erg dicht langs.
Oorzaak: Als een aantal schepen elkaar zo scherp mogelijk volgen, maakt naar achter toe ieder een steeds kleinere bocht. Net zoals een lange sleep met enkelvoudige sleeplijnen.
Voortaan toch maar beter met eigen navigatie. Dan maar wat langzamer varen. Ogen laten wennen aan het donker. Een kaartplotter zou nu ook wel handig zijn. We volgen de MA-- tonnen via de GPS en op zicht. In de verte zien we een groen en rood licht boven elkaar. Een groot zeilschip? Niet logisch. Zouden het geleidelichten zijn? Ja warempel, staat op de kaart. Dat maakt het sturen veel gemakkelijker. Lichtjes boven elkaar houden. Af en toe beneemt de mast van een voorganger het zicht op de lichten. Dat geeft aan dat je op dezelfde goede lijn zit. In de haven weer veel gedraai en gedoe en weinig zicht. Ik zoek liever even de ruimte op. Het gaat goed en ieder vindt een plekje.
Het is inmiddels woensdag 0.00 uur.
Woensdag 25 april
Woensdag - hardzeildag
Bestemming voor vandaag is Lemmer. Er wordt de komende uren een fors toenemende wind verwacht. Vanwege de stevige wind kiezen vier schepen voor de route binnendoor. Om niet teveel tijd te verliezen met kruisen, wordt geadviseerd op de motor te varen met daarbij het dubbel gereefde grootzeil, strak in de middenstand. Niet westelijker dan de peiling Stavoren op 180 (zuid) aanhouden.
Koers 180, bijna rechtuit naar Stavoren. Mooi weer en veel wind. De Mata Hari gedraagt zich uitstekend. Rustig over de golven, geen geslinger of geklapper. Een echte comfortkoers. Buiswater waait normaal opzij weg. Nu komt af en toe wat over de kuip. Het is zoet water en niet echt hinderlijk. Op tijd wegduiken. Nadeel is dat we nog niet echt gezeild hebben (Kruisen met golven zonder motor) Vanaf Stavoren de westelijke- en zuidelijke kardinale tonnen van het Vrouwenzand aanhouden, ver verwijderd van evt. branding. Daarna koers 90 (oost). Bij de zuid kardinale ton komt de fok er bij en kan de grootschoot flink gevierd worden. Motor uit. Halve wind. 6 knopen bootsnelheid. Er moet wel voor gewerkt worden. Het schip is behoorlijk loefgierig. Ans stuurt en ik bedien de stuurbekrachtiging, in de vorm van een landvast, die een paar keer om helmstok en bolder is geslagen.
Alternatieven voor meer zeilevenwicht:
· Kluiver erbij: we hebben al (te)veel zeil
· Kluiver erbij en fok strijken
· Derde rif in grootzeil – steekbout varend aanbrengen?
· Grootzeil strijken en alleen fok, ja doeii
· Tipje zwaard – zwaard blijft niet aanliggen door de golven.
JCK belt ons mobiel, en vraagt waar wij zitten. Op 5030”oost, of ergens tussen Stavoren en Lemmer. Ok! Alle deelnemers getraceerd.
Voorbij de Steile Bank wordt de koers nog ruimer. De GPS geeft nu hele stukken 7 knopen aan.
Zeilen strijken kan goed in de luwte van een boomgroep van de Noordoostpolder. Wij gaan als eerste, samen met drie grote motorjachten, door de sluis. Gewonnen!
De oude sluis is een z.g. bajonetsluis. Om achter een motorjacht aan te sluiten moeten we een Z-bocht maken. Gaat goed. Een kade, direct voorbij de sluis, is vrij en geschikt om te wachten. De andere schepen komen één voor één binnen. De schepen wordt in twee pakketten van vijf en vier schepen vastgemaakt en voldoende van lange meerlijnen naar de wal voorzien. Dit was het voor vandaag.
Donderdag 26 april
De laatste vaardag alweer
Allemaal achter elkaar door de bruggen van Lemmer. Er moet af en toe worden betaald.
De brugwachter vangt het muntgeld op in een klompje aan een hengel. De route voorbij Lemmer is naar keuze: Langesloot, halve wind, betaalde brug en Boomsvaart, voor de wind, of Grote Brekken, voor de wind en Brandemeer, nauwelijks bezeild, motor stand-by. De fok alleen levert 5 knopen. Een bezoek aan de stad Sloten (800 inwoners) kan je niet overslaan.
Achter de melkfabriek In Sloten vinden we de meest beschutte ligplaats. De hele kade is vrij. Even naar boven kijken voor de bomen en de masttop. Er zijn in Sloten genoeg winkeltjes. Op het terras zijn wij de eerste gasten. Dat is wel anders als er een (fiets)elfstedentoht langs komt. Koffie met oranjekoek (i.p.v. appeltaart) De mannen gaan even bij de skûtsjes kijken en raken in gesprek met de eigenaar Peter de Koe. Even binnen kijken? Graag! Slimme apparatuur.
Het Slotermeer doen we op de fok, goed voor 5-6 knopen. Het akwadukt Woudsend zorgt voor een onbelemmerde doorstroming van het scheepvaartverkeer. Wij dus. De brug wordt vlot bediend. Even zwaaien naar de bekende mensen op het terras.
We willen tot het laatste moment genieten en besluiten nog even het Heegermeer op te gaan. De Woudsender Rakken zijn op de fok net niet helemaal bezeild. Even de motor mee laten lopen. Er klinkt een vreemde toon. Toch geen motorstoring?. Achteruit werkt. Schakelen. Vooruit werkt. Veel of weinig gas? Water uit de uitlaat. Geen rook. OK. Dan ziet Elly de oorzaak. Het startsleuteltje zit klem tegen de stopknop. Opgelost.
Hoog en hard
Onder de beschutting van de laatste boerderij wordt het nog steeds dubbel gereefde grootzeil gehesen. Toch wel veel wind op het meer. Overal veel schuimkoppen om ons heen. Welke windkracht zou dit zijn? Vast meer dan Bft. 4 schatten we in.
Hoog en hard gaat het. Eigenlijk is het Heegermeer bezeild. 6 knopen aan de wind Wow! Af en toe een vlaag zorgt voor een flinke helling. Even oploeven werkt niet zo goed, gaat te traag. Dan maar de schoot vrij maken, op een enkele slag op de bolder na. Klaar om te vieren als het vrijboord aan lij te klein dreigt te worden. Vind je dit echt leuk? Stilte. Spannend. Later ga ik dit leuk vinden. Rustig de kaart lezen zit er niet in, en alle bomen aan de horizon lijken op elkaar. Waar gaan we heen? Waar zijn we? Ik zie de gele tonnen van de racebaan – wij zijn weer de snelste vandaag. Geen rode en groene tonnen van de vaargeul. Deze staan ook al niet in de GPS, jammer.
Mijn geheugen zegt dat, als we zo hoog doorvaren, we bij een ondiepte komen achter
de Leijepolle.
Dan herken ik het eiland Langehoekspolle. Eigenlijk hebben we te veel zeil. Bij het eiland willen we in de luwte het derde rif in het grootzeil en het rif in de fok zetten. Op de langzaam draaiende motor, balancerend met de kop in de wind, het meest beschutte plekje vinden valt niet mee. We hadden beter even kunnen aanleggen. De fok slaat hard heen en weer. Dan schiet bevestiging van de fokkenschoot ook nog eens los. Met moeite lukt het deze weer vast te maken. Uiteindelijk besluiten we dat het mooi genoeg is voor deze keer. Fok en grootzeil naar beneden. Op de motor, voor de wind, terug naar Heeg waar wij precies om 17.00 uur, heel netjes, de box indraaien. Het weerrapport van Leeuwarden voor die dag: temperatuur 150, 7 uren zon, gemiddelde wind 4 Bft., maximaal uurgemiddelde 6 Bft., maximale windstoot 17 m/sec.= 7 Bft.
Tot slot
We hebben deze week weer veel beleefd en bijgeleerd. Knap uitzoekwerk van Jan Cees om maximaal van stroom en getij te profiteren, en daarbij diverse uitdagingen aan te gaan. Het smaakt nog steeds naar meer.
Met zeilersgroet, Jan Heijsteeg
Wilt u deze tocht ook meevaren noteer dan in uw agenda de week van vrijdagmiddag 19 tot 26 april 2013.
Meer info over de tocht vind u hier Flottieljetocht Waddenzee