Flottieljetocht Waddenzee 2013
Unieke Waddentocht van een week met vloot van 14 platbodemschepen
De flottieljetocht van Heech by de Mar vindt ieder jaar plaats en is een ware belevenis.
Dit jaar gingen we weer met 14 schepen onderweg met een groep van 71 enthousiaste zeilers.
Datum: 19 tot 26 April 2013.
De schepen die meevoeren waren:
Met schipper
• Lemsteraak 13 meter ‘Hendrickje Stoffels’ met schipper en flottieljeleider
Jan Cees, reserveschipper Harry Koekebakker en 6 gasten;
• Lemsteraak 14,50 meter ‘Ronde Walvis’ met schipper Wil en 5 gasten;
• Lemsteraak 11 meter ‘Beste Vaert’ met schipper Martin Koekebakker en 6 gasten.
• Lemsteraak 11 meter ‘Brandende Liefde’ met schipper Marianne van der Linden en 5 gasten.
Schepen zonder schipper uit de huurvloot:
• Vollenhovense Bol 8.50 meter 'Bolero’
• Vollenhovense Bol 8.50 meter 'Bolleke’
• Lemsteraak 9,50 meter ‘Josephine’
• Lemsteraak 9,50 meter ‘Mata Hari’
• Lemsteraak 9,50 meter ‘Eline Vere’
• Lemsteraak 9,50 meter ‘Welvaren’
• Lemsteraak 10,50 meter ‘Tijdtverdrijf’
• Hoogaars 11,12 meter ‘Vrouwe Willemke’
• Schokker 11.12 meter 'Schokbreker'
Overige schepen die zich aansloten bij de groep:
• Lemsteraak 10,50 meter ‘Honesta’ van de familie Lechner
Onderstaand verslag is geschreven door Jan Heijsteeg schipper op de Lemsteraak 9.50 meter 'Mata Hari'.
Vrijdag 19-04 Heeg, introductie
De middag gebruikten we om nog wat motormanoeuvres te oefenen zoals: achteruit varen, keren in smal water, aanleggen en afvaren. De kanalen bij Heeg en het eilandje Rakkenpolle, tegenover Heeg zijn daarvoor mooie gelegenheden. Het is nog vrij stil op het water.
Om af te meren zijn er in het haventje ringen i.p.v. bolders of kikkers. Afstappen dus om vast te maken.
Met etenstijd, om 18.00 uur, worden we verwacht in Texas Steakhouse voor een gezamenlijk diner. In de vorm van een lopend buffet kunnen we ons tegoed doen aan een ruime keuze aan vlees- en visgerechten.
Na het eten worden de schippers voorgesteld. Dan een uitleg (palaver), met PowerPointpresentatie, door de flottieljeleider Jan-Cees Kossen over: proviandering, kleding, zwemvestgebruik, marifoonbediening, weerberichten, passeren van bruggen, sluizen, behandeling kluiverboom, droogvallen, ankeren en eventueel motorondersteuning bij het zeilen.
Zaterdag 20-04 Heeg-Kornwerderzand
Het is koud geweest die nacht. Een dun laagje ijs op het dek en de gangboorden maakt het gevaarlijk glad. De zon zal het ijs spoedig doen smelten. Binnen is het ook frisjes. Iets te laat komen we op het idee de verwarming aan te zetten.
Bij het palaver wordt de route en de verzamelpunten bekend gemaakt: Met een noordoostenwind is zowel het Heegermeer als de Yntemasloot goed bezeild.
Het nieuwe grootzeil staat er prachtig bij.
Dan is het 11 uur, koffietijd. De bemanning zit binnen. Ik moet nu prioriteit stellen. Het schip moet maar even voor zichzelf zorgen. Bijleggen dus. Hetgeen betekent: even rondkijken of het kan, een opschieter in de Grons (richting Oudega), loefschoot van de fok strak trekken, grootzeil een piepklein stukje aangetrokken en roer loslaten. In een weldadige rust verlijeren we, halve wind, langzaam weer terug naar de Yntemasloot, net als op het plaatje voor op het boek van Jan Kooijman “varen met platbodems”.
Bij de spoorbrug moeten we de zeilen strijken. Het nieuwe grootzeil is nog wat stug om op te doeken. Er volgen nog vijf bruggen en een sluisje. Daar moet betaald worden.
We wachten op onze beurt aan de wachtsteiger.
Voor de sluis bevindt zich een historische scheepswerf die het bekijken waard is.
In de sluis moeten we zo ver mogelijk doorvaren. De kluiverboom raakt bijna de brug over de sluis. Achter komt de vlaggenstok in contact met een kluivernet. De vlaggenstok er dan maar uit. Dat geeft voldoende ruimte om de sluisdeuren te kunnen sluiten.
Voorbij de sluis wachten we op elkaar.
Op het IJsselmeer zijn er ideale zeilomstandigheden. De motor kan uit. Soepel gaan we over de golven. In vier slagen kruisen we naar Makkum. De wind is ondertussen toegenomen tot 4 Bft bij vlagen soms 5 Bft. Ook de golven zijn groter geworden. Reven? We zijn er bijna. Het overstag gaan met deze golven wil niet lukken. Dan moet de motor maar assistentie verlenen. Overstag gaan, zonder motorhulp moet dus nog geoefend worden. Weer verzamelen in de haven van Makkum. Even de benen strekken en het toiletgebouw bezoeken. Er is één deur open voor algemeen gebruik.
Het passeren van de Lorentzsluis Bij Kornwerderzand gaat geheel volgens het boekje, zo ver mogelijk doorvaren en eerst achter vastmaken, goed gedaan. Van stroming in de sluiskolk, door de uitwisseling van zoet naar zout water is niet veel te merken.
Aan de wachtsteiger, hier is het getijgebied, maken we vast voor de nacht.
Zondag 21-04 Kornwerderzand-Terschelling
Met hoogwater om 5.30 uur is het vroeg afvaren om maximaal gebruik te kunnen maken van de ebstroom. Via de geulen: Boontjes, Verversgat, Zuidoostrak, Inschot en Vliestroom gaan we tot aan het Franse Gaatje. De kluiver is erbij gekomen. Dat is een hoop werk en iets voor de fijnproevers. Het gebruik er van blijft daardoor misschien te vaak achterwege.
Bij de scheidingston naar het wantij onder Vlieland ‘het Franse Gaatje’ worden de zeilen gestreken.
Dicht langs de groene tonnen volgen we het diepste deel van de geul. Daar liggen al een aantal van onze schepen, voor anker (in een pakket achter één anker?) of aan de grond.
Aan het boven water zichtbare deel van de rode antifouling (a) van andere schepen kan de diepte ter plaatse (d) worden berekend met de formule d = 0.8 – a. Kwart over tien lopen we als een van de laatsten buiten de geul langzaam vast. Ongeveer een uur voor laag water.
Het loskomen is altijd een spannend moment.
Wie komt het eerst in beweging.
Waar ligt het anker (indien gebruikt). Waar drijf je heen door wind en stroom Even wachten met motor starten zodat geen zand wordt aangezogen.
Met behulp van de vaarboom blijven we vrij van andere schepen. Altijd leuk, een beetje spelen met de vaarboom.
We zijn als een van de eersten weer los, varen/drijven echter te ver voorbij de groene tonnenlijn en lopen opnieuw vast aan de ander kant van de geul. Weg voorsprong.
Terug naar de Vliestroom en dan naar de scheidingston van het Schuitengat. Wij kiezen voor de korte route door het Schuitengat. Drie uur voor hoogwater moet er al 0.9 m. water staan. We zijn aan de vroege kant maar blijven desondanks vrij van de bodem.
Op Terschelling liggen we in de jachthaven; plaats genoeg.
Dicht bij de haven zijn veel restaurants. Deze keer gaan we eten bij restaurant Loods.
Maandag 22-04, Terschelling-Ameland
Even voorbij het wantij onder Terschelling (Oosterom) gaan we opnieuw ankeren droogvallen. Om bijtijds het wantij te passeren vertrekken we al om zeven uur. Tot vier uur na hoogwater staat er daar nog voldoende water. Marianne (van Scheepswijs) zal na het droogvallen een excursie over het wad leiden.
Op de ankerplaats is het even zoeken hoe het diepteverloop is. Met een veilige afstand tot de andere schepen laten we het anker zakken. We houden wat meer water onder de kiel om later droog te vallen en eerder te kunnen vertrekken. Uit een dwarspeiling blijkt dat het anker een paar meter krabt. Is het witte boeitje om de ankerketting de boosdoener? Of gewoon te weinig ketting? Opletten dus dat het boeitje niet met de ketting mee naar beneden gaat. Als het water zo ver gezakt is dat we, met laarzen aan, de plaat kunnen bereiken, is de excursie al een uur eerder begonnen. Helaas.
De wind is sterk toegenomen. Windkracht zes op de handwindmeter. Het derde rif gaat in het grootzeil. Er is geen aparte smeerreep voor het derde rif. De smeerreep van het 1e rif wordt omgezet door de reefkous van het derde rif, het schildpadblok op de giek naar de kikker bij de mast. Tevens wordt een zeilband toegepast als steekbout, (om de nieuwe schoothoek van het zeil bij de giek te houden). Zo kunnen we met dat puzzeltje onze tijd wel vullen
Het loskomen is ook weer een bijzonder geval. De vloedstroom drukt het achterschip de plaat op. De wind, het anker en de oplopende bodem houden het voorschip tegen. Ondertussen komen we toch weer erg dichtbij de nog vastliggende schepen. Met de kluiver wil ik proberen de krachten en bewegingen ten gunste te keren. Als de kluiver eenmaal staat zie ik een scheurtje bij de schoothoek. Strijken maar weer en even niet meer gebruiken. Het klapperen in de wind is niet bevorderlijk voor een zeil. Met motor en vaarboom (onze boegschroef) schuiven we rustig naar het anker toe, tegelijkertijd de ketting binnenhalend en blijven vrij van ander schepen.
Het vlaggenschip Hendrikje Stoffels is ook al los en vertrekt met kleingereefd grootzeil, voor de wind. Er valt daar aan boord nog heel wat te bepraten. Ondertussen wordt niet op het zeil gelet, te ver afgevallen (binnen de wind) of de schoot onvoldoende ingehaald. Dit wordt afgestraft met een harde gijp. Geen man over boord, maar wel een gescheurd grootzeil. De volgende dag wordt een reservegrootzeil vanuit Heeg op Schiermonnikoog aangevoerd en in no time aangeslagen. Toch weer goed opgelost.
Tussen de zeegaten bij Terschelling en Ameland is een smalle en bochtige geul, de Blauwe Balg. Aan de noordkant zijn daar veel zeehonden te zien. Na de Blauwe Balg komen we in een brede diepe geul, het Amelander Gat, waar we de vloedstroom weer mee hebben. De hele route tot aan Ameland kunnen we op de fok varen.
Voor de nacht liggen we aan de drijvende steiger in de haven van Ameland.
Het keren in de haven, tegen de wind, gaat nu beter dan vorig jaar.
Dinsdag 23-04 Ameland - Schiermonnikoog - Lauwersoog
‘s Morgens vroeg fluit de wind in het want en golfjes klotsen tegen de boot. Dit is windkracht 5 of 6. Ik draai me nog eens lekker om in mijn kooi. Toch op tijd er weer uit. Volgens berekening moeten we uiterlijk 2 uur na het hoogwater van 9.30 uur het Wierumerwad, en 3 uur na hoogwater de Paessensrede gepasseerd zijn, en we moeten 5 uur na hoogwater de haven van Schiermonnikoog bereikt hebben. Willen we bovendien maximaal van de vloed- en ebstroom gebruik maken dan vertrekken we dus om 6 uur. Overigens heeft Jan-Cees dit steeds allemaal goed uitgezocht en het resultaat tijdens het palaver bekendgemaakt.
Vanwege het verloop van de geulen moeten we meerdere keren gijpen. Met het derde rif in het zeil, de schoot helemaal inhalen, en netjes sturen gaat het gijpen heel gecontroleerd.
Dankzij een stevige westenwind komen we al om 10.30 uur aan op Schiermonnikoog.
Overigens is de aanloop naar de haven sterk vereenvoudigd tot een rechte noord-zuidlijn, van de laatste boei tot aan de haveningang. De havenmeester(es) komt ons persoonlijk een plaats aan de steiger wijzen. De hele dag ligt nog voor ons. Ruim de tijd om in het dorp leuke winkeltjes te kijken, een broodje te eten en bij de supermarkt de proviand aan te vullen. Handig die rugzakken voor locaal trasport. Daarna is er nog tijd voor een siësta en een fotosessie.
21.00 uur. Het is weer bijna hoogwater, tijd om te vertrekken.
Varend in het donker, halen we het derde rif er weer uit. Ondanks het ruime water van de Zoutkamperlaag, blijft het opletten geblazen om tijdens zo’n handeling geen aanvaring te krijgen. De kaartplotter doet nu goede diensten. Met de GPS en/of kaartplotter kunnen we van boei naar boei varen of, buiten de boeienlijn, het bodemprofiel volgend, een stukje afsnijden en zo een gijp voorkomen.
Een paar keer moeten we toch gijpen, de schoot, slippend over de bolder, weer laten vieren.
Om 23.00 uur komen we aan bij Lauwersoog. Zeilen strijken duurt wat langer dan bij daglicht. Voorzichtig, tussen het rode en groene havenlicht door, lopen we de haven aan.
Een onbekende haven in het donker vraagt extra aandacht. De werkelijkheid is toch anders dan het plaatje op de kaart suggereert. Er liggen al twee grote pakketten van onze schepen tegen de kade. Maar er staan ook wat houten palen (lege boxen!) midden in het water. Aan het eerste pakket kan ik goed aankomen en vastmaken. Daarmee is wel de toegang voor andere schepen geblokkeerd. Verzoeke te verhalen naar het tweede pakket dus, maar hoe? Jan-Cees komt even helpen. Geroutineerd, stukje achteruit, roer geven, resoluut vooruit, voordat de wind een kans krijgt, tussen palen en schepen door. Zo doe je dat.
De route naar de wal gaat over zes voordekken. Een voorlijn gaat om een toevallig aanwezige paal en een stootwil horizontaal ertussen. Dit in plaats van een lange lijn naar de wal. Niet te strak want het is getijdewater.
Woensdag 24-04 Lauwersoog-Leeuwarden
Voor de sluis even wachten. We varen naar voren en gaan dubbel liggen aan de wachtsteiger. Boven de sluisdeuren is inmiddels een vlaggenmastje zichtbaar. Als de deuren opengaan blijkt er een wel heel groot schip aan die mast vast te zitten. We liggen waarschijnlijk in de weg. Vlug losgooien en ruimte maken.
In de sluis ontstaat een tegenstroom als de deuren naar het Lauwersmeer opengaan. Het zwaardere zoute water zakt naar beneden en wordt vervangen door zoet water. Beetje meer gas geven bij het uitvaren.
Leuk zeilen op Lauwersmeer. Zon en wind. Het berghout net onder water.
Een kleine beweging in het zwaard duidt op bodemcontact. De boeienlijn moeten we wel aanhouden. “Overstag”. Twee korte slagen en één heel lange slag. Dan wordt het water te smal om te kruisen. De fok wordt gestreken en de motor gestart.
Na Dokkumer Nieuwe Zijlen weer verzamelen
Helaas voor ons; geen nieuwe zeilen dus.
Vanaf nu volgen we de staande mastroute. Deze route heeft geen vaste bruggen en loopt van Delfzijl tot Vlissingen. Er is van alles te zien onderweg. Een stel paarden wordt helemaal wild als ze ons zien. Mooie achtertuinen. Mooie boten. Vanaf de wal en andere schepen werden we vaak vol bewondering en waardering gadegeslagen.
In Leeuwarden gaat het vanwege de spits langer duren. Bij de Prinsentuin, in hartje Leeuwarden, kunnen we helemaal niet meer verder vandaag. Het is een mooie plaats om te overnachten. Oppassen dat de mast niet in de overhangende bomen komt. Na lang zoeken vinden we het toiletgebouw. Deze is toegankelijk met speciale kaart.
Donderdag 25-04 Leeuwarden - Heeg
9.00 vertrek
Nog meer bruggen. Bij een groot gebouw met een hellende glazen gevel zien we onszelf varen in de weerspiegeling.
Wachtend voor een spoorbrug komt uit een zijkanaal een groot ongeladen schip achteruit naar ons toe. Hij moet dezelfde kant op, zo te zien aan de stand van de roeren. Ondanks de grote dode hoek houdt de stuurman/vrouw keurig afstand. Na het passeren van de brug loopt op het vrachtschip een bemanningslid, zwemvest aan, naar achteren. Die heeft uitkijk gehouden op het voorschip. Hoezo dode hoek?
Na de brugpassage krijgt het vrachtschip de maximale ruimte.
Het aquaduct wordt bijna ongemerkt gepasseerd, alleen wat bandengeruis is hoorbaar.
Op Sneekermeer kunnen we weer een stukje zeilen. Pittig windje. Een paar lange slagen zijn mogelijk. Net een rietkraag voorbij. De volgende plas op. Kun je verderop weer terug? Op de kaart is dat zo gauw niet goed te zien. Dan maar ruime wind terug. Bij het starteiland, bijliggend de zeilen strijken. Motor erbij want we moeten verder.
Om 1700 uur varen we Heeg voorbij.
We gaan nog een beetje zeilen op het Heegermeer. Voor het laatst warm eten aan boord, in de haven van het eilandje Rakkenpolle. Nog een paar slagen opkruisen. Het is nog uitproberen met welke schootspanning en koers de optimale snelheid en hoogte, aan de wind, bereikt kan worden. Voor een paar skûtsjes is het ook trainingsavond.
Die gaan nog best scheef met hun gigantische zeilen. Vanaf Gaastmeer voor de wind terug. Je voelt geen zuchtje wind en toch varen we nog ruim drie knopen. Om acht uur draaien we de volle thuishaven in. Achterin is aan de kade nog een plaats nog vrij.
Vrijdag 26-04 Heeg
Zeven uur opstaan. Ontbijten. Spullen weer in de auto of in de aanhanger. Bij het aftanken valt het brandstofverbruik erg mee. 1.5 l/hr.
We hebben ook dit keer weer erg genoten ondanks of dankzij de wisselende omstandigheden.
Met zeilersgroet, Jan Heijsteeg