De afwijking van de waterstand
Als je een ondiepte wilt passeren en er staat maar net voldoende water voor je schip, dan is het belangrijk om te weten of er een ‘afwijking van de waterstand’ is. Hoe kom je daarachter en hoe reken je dan? Daar gaat deze vaartip over.
Verwachte waterstand
In de vorige vaartip hebben we de waterdiepte berekend van het Fransche Gaatje, de route naar Vlieland onder de Richel door. We hebben gebruik gemaakt van de verwachte waterstand, de ‘astronomische waterstand’, uit de getijtafel.
Hoeveel water er in werkelijkheid staat, is ook afhankelijk van het weer en de wind. Bij oostenwind staat er vaak minder water dan de getijtafel aangeeft. Bij noordwestenwind stijgt de zeespiegel meer dan verwacht. Er is dan een ‘afwijking van de waterstand’.
De wind en de waterstand
De sterkste verlagingen treden op als het meerdere dagen uit oostelijke richtingen waait. Bij een oostenwind van windkracht 5 staat er na een paar dagen meestal zo’n 40 cm minder water dan verwacht. De passage van een wantij kan dan krap worden!
Aanlandige wind, vooral noordwestenwind, geeft juist een verhoging van de waterstand. Bij windkracht 5 zal er al snel een verhoging zijn van ongeveer 40 cm.
Hoe sterker de noordewestenwind hoe hoger de waterstand. De vraag is of het slim is om daarmee hoge zandbanken over te steken. Als je met zo’n hoge waterstand vastloopt kan het heel lang duren voordat je weer vlot komt.
Bron: Rijkswaterstaat
Bijschrift: Noordwestenwind geeft een hogere waterstand. De zwarte lijn is de astronomische waterstand zoals de getijtafel die voorspeld heeft. De rode lijn geeft de werkelijk gemeten waterstand. Als de wind afneemt komt ook de waterstand weer op de ‘normale’ waarden uit.
De luchtdruk en de waterstand
Ook de luchtdruk heeft invloed op de waterstand. De voorspellingen in de getijtafel zijn gebaseerd op de gemiddelde luchtdruk (1013mBar). In principe levert een verhoging van de luchtdruk van 10 millibar een verlaging van de waterstand van 10 cm op. Op windstille dagen met een hogedrukgebied boven Nederland kan er dus toch een afwijking van de waterstand zijn.
Afwijking van de waterstand opvragen
De afwijking van de waterstand kun je per marifoon opvragen bij de sluizen en de havendiensten van de grotere havens zoals Den Helder, Harlingen en Delfzijl. De verkeersposten van Den Helder, de Brandaris, de Zeeverkeerspost van Schiermonnikoog en Delfzijl melden na de weersverwachting ook altijd de afwijking van de waterstand.
De afwijking wordt gemeld als een 'verhoging' of 'verlaging' ten opzichte van de verwachte waterstand. Bijvoorbeeld een ‘verlaging van 30 cm”. Soms wordt alleen gezegd "min 30".
Er staat dan dus 30 centimeter minder water dan verwacht volgens de getijtafel.
De gegevens zijn ook op het internet te vinden, maar wisselen nogal eens van locatie. Op de website van ScheepsWijs staan de actuele links vermeld: http://www.scheepswijs.nl/links/getijlinks.html
Voorbeeld berekening mét afwijking van de waterstand
Als de afwijking van de waterstand “-30” is, is de volledige berekening als volgt:
Waterstand Hoogwater (tov LAT) 260 cm
Kaartdiepte Fransche Gaatje (tov LAT) - 80 cm
=============================== =========
Verwachte Waterdiepte + 180 cm.
Afwijking van de waterstand - 30 cm
======================= =========
Waterdiepte ter plaatse + 150 cm
Terug naar het overzicht Vaarcursus
Tekst: Marianne van der Linden
© ScheepsWijs Vaarcursussen
www.scheepswijs.nl