De gemiddelde waterdiepte van een ondiepte berekenen
Voordat je het passeren van een ondiepte in je tochtplanning opneemt, wil je een indruk hebben van de waterdiepte die je daar kunt verwachten. Je kunt dan beoordelen of de route haalbaar is met de diepgang van jouw schip.
Zonder getijtafel…
Voor de berekening van de gemiddelde waterdiepte zijn twee gegevens nodig: de kaartdiepte en de gemiddelde waterstand. Je hebt daarvoor alleen de zeekaart nodig. Ook als je nog nog niet precies weet wanneer je op reis gaat kun je al uitrekenen welke gemiddelde waterdiepten je kunt verwachten.
Voorbeeld: Zuidoostrak
Als voorbeeld bekijken we het Zuidoostrak. Als je van Kornwerderzand richting Vlieland of Terschelling vertrekt is dit een leuke route. Je snijdt maar een klein stukje af, maar je voelt je toch even een echte Wadvaarder.
Als eerste kijken we op de kaart wat het ondiepste deel van het Zuidoostrak is. De kaartdiepte van het wantij is ‘40 cm droogvallend’. Een diepte die droogvallend is, steekt boven het nul-nvieau van de kaart uit en is daarmee eigenlijk geen ‘diepte’ maar een ‘hoogte’. Daarom krijgt het in de berekening een min-teken.
Kader ‘GETIJGEGEVENS’
In het rode kader met de titel ‘GETIJGEGEVENS’ staan de gemiddelde getijdenhoogten vermeld. Voor vier plaatsen zijn het gemiddeld hoogwater (HW) en het gemiddeld laagwater (LW) voor springtij en doodtij gegeven.
We nemen de waterstanden voor Kornwerderzand, de sluis dichtbij het Zuidoostrak:
- Gemiddelde waterstand HW springtij: 220 cm
- Geniddelde waterstand HW doodtij: 200 cm
Berekening
De gemiddelde waterdiepte van het Zuidoostrak met Hoogwater-Springtij is dan:
Gemiddelde waterhoogte (HW springtij) 220 cm
Kaartdiepte ZOR - 40 cm
========================== + =========
Gemiddelde Waterdiepte + 180 cm
Met Hoogwater-Doodtij is de som: 200 cm – 40 cm = 160 cm.
Conclusie
Met een diepgang van een meter kun je waarschijnlijk met elk hoogwater het Zuidoostrak passeren. Met een diepgang van 1,5 meter zul je het tij in de gaten moeten houden, want met doodtij kun je niet altijd passeren.
Op deze manier berekende waterstanden zijn een jaarlijks gemiddelde en geven een eerste indruk. Genoeg om plannen te maken en weg te dromen…
Zodra je een reisdatum hebt, is het tijd voor een meer nauwkeurige berekening.
Terug naar het overzicht vaarcursus
Tekst: Marianne van der Linden
© ScheepsWijs Vaarcursussen
www.scheepswijs.nl