Alleen de detailkaarten geven voldoende informatie over de lichten in de haven. Als je een licht ziet, wat je niet op de kaart terugvindt, is er meestal een kaartje met nog meer detail.

Bij grotere zeehavens is er vaak een lichtenlijn: twee lichten die je recht onder elkaar moet houden om de geul naar de haven te volgen. Met onze ‘kleine’ platbodems varen we bewust wat naast de lichtenlijn, om uit het vaarwater van de veerboten en diepgaande schepen te blijven.

Het rode en groene havenlicht zijn altijd ‘vaste lichten’, dus zonder geknipper. Die zijn soms moeilijk te vinden tussen alle andere vaste lichten op de wal zoals lantaarnpalen of overvloedige werkverlichting in de haven.
Heb je de havenlichten gevonden, kijk dan of je van de goede kant nadert. Misschien ligt er nog een dam waar je omheen moet om binnen te lopen. Het rode havenlicht heb je bij het binnenvaren altijd aan je ‘rode kant’, dus aan bakboord. Je vaart dan ‘rood op rood’ en ‘groen op groen’. Zie je de lichten andersom, dan moet je eerst nog om een havenhoofd heen.

Bij het binnenvaren blijf je goed kijken om je te oriënteren op de andere lichten in de haven. Kies een overzichtelijke en makkelijke aanlegplaats en vergeet niet je navigatielichten uit te doen!

Nachtzeilen is een prachtig avontuur, maar de eigen ervaring is belangrijker dan al deze vaartips bij elkaar. Vaar eerst eens mee met een ervaren schipper, om te wennen aan het beeld in de nacht. Heech by de Mar organiseert elk jaar in april een Waddenflottielje waar altijd wel een stuk in het donker gevaren wordt. Ook in de cursussen van ScheepsWijs kun je kennismaken met het varen in de nacht.

Goede vaart.


Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.


Tekst en foto's Marianne van der Linden
Copyright Scheepswijs en Heech by de Mar B.V.