Alleen op rustig water kunnen we ons schip veilig contact met de bodem laten maken. De drie belangrijkste eisen waaraan je droogval plek moet voldoen zijn:
- vrij van deining van zee
- vrij van golven van veerboten en vissersschepen
- aan hogerwal

Waar deining van zee kan komen of golven van veerboten val je liever niet droog.

De tijd dat je schip net-wel-net-niet drijft ben je erg kwetsbaar. Elke golf tilt je schip op en zet het weer neer op het zand. Het gebonk is voor de bemanning meestal erger dan voor het schip, maar toch is het beter het te voorkomen.

Overal waar deining van zee kan komen is droogvallen geen goed idee. De zeegaten vallen dus in zijn geheel af!! Maar de deining komt soms ook een heel eind de Waddenzee op.

Vooral veerboten en vissersschepen zijn berucht om hun pittige hekgolven. Langs de routes van deze schepen vallen we liever niet droog.

Kies altijd een plek aan de hogerwal. Net als op het binnenwater lig je het beste ‘uit de wind’, in de beschutting van een eiland. Maar ook een zandbank die nog onder water staat als je aankomt kan als een ‘eiland’ fungeren.

Om er achter te komen of een zandbank voldoende boven water uitsteekt met laagwater kijk je naar de dieptecijfers. De plaats waar je droog wilt vallen moet minstens 1,5 meter droogvallen. (zie afbeelding).

Omdat we de hogerwal hoog op het lijstje hebben zijn de heersende wind én de verwachte wind uiteindelijk het meest doorslaggevend. En daarmee is de beste droogvalplek vandaag niet dezelfde als morgen!

Goede vaart.


Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.


Tekst Marianne van der Linden
Foto Heech by de Mar
Kaartdetail Dienst der hydrografie, Koninklijke Marine
Copyright Scheepswijs en Heech by de Mar B.V.