Een voorbeeld van de planning
- Hoe laat moet je ter plaatse zijn?
- Wanneer drijft het schip weer?
We varen een schip met een diepgang van 90 centimeter. Het is maandag 14 juni 2010, de wind is noordwest 4. We willen droogvallen in het Franse Gaatje, onder de Richel bij Vlieland. De allereerste vraag is:
1. Hoe laat is het laagwater ter plaatse?
Het tijdstip van laagwater neem je als uitgangspunt voor de planning van het droogvallen.
Nu is er niet van elke zandbank een getijtafel beschikbaar. Voor de Richel gebruik je de getijtafel van Vlieland-haven. Volgens de getijtafel is het bij Vlieland-haven op 14 juni om 17.20 uur laagwater.
Op het kaartje “Gemiddelde tijdsverschillen van LW” kun je zien dat het op de Richel maar een paar minuten eerder laagwater is (vergeleken met Vlieland-haven). Voor de Richel komen we uit op 17.16 uur als tijdstip van laagwater.
2. Hoe laat moeten we het schip aan de grond varen?
Aan de hand van het verval bepaal je hoeveel tijd vóór laagwater je ter plaatse wilt zijn.
Het verval is het verschil in waterstand tussen hoog- en laagwater.
Verder speelt je diepgang natuurlijk een rol. Een diepgaand schip moet eerder aan de grond varen. Het verval moet ook duidelijk meer zijn dan de diepgang van je schip.
- Bereken het verval
Neem de waterstanden van het hoogwater voordat je vastvaart en het laagwater waarmee je droogvalt. Op maandag 14 juni ziet dat er als volgt uit:
- hoogwater: NAP + 95
- laagwater: NAP – 127
Het verval is dan 95 + 127 = 222 cm.
- Vergelijk je diepgang met het verval:
Het verval is vandaag 222 cm. Varen met hoogwater vast, dan zouden we erg hoog op de zandbank liggen, met de kans dat we met het volgende tij niet vlot komen. Beter is het om minimaal twee uur na hoogwater vast te varen. Zelfs drie uur na hoogwater is nog op tijd. Dat zou dus zijn om 14.16 uur (3 uur voor 17.16 uur).
Het water is dan ongeveer met de helft (van het verval) gedaald: 111 cm. Het water daalt dan nog eens 111 cm. Onze diepgang is 90 cm. Het water valt dan dus 21 cm meer dan onze diepgang, dat is voldoende om goed droog te vallen. Ben je later dan loop je kans dat je ‘natte voeten’ houdt.
3. Hoe laat drijf je weer?
Als je 3 uur voor laagwater vastvaart, ben je ongeveer 2 ½ uur na laagwater weer vlot. Een vuistregel die gebaseerd is op het verloop van de getijcurve.
Als we om 14.15 uur vastvaren, verwachten we dus om 19.45 uur weer vlot te zijn.
Zijn we eerder vastgevaren dan zullen we pas later weer verder kunnen.
Maar let op: vooral de Texelstroom staat erom bekend dat het water zeer snel opkomt!
Goede vaart.
Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.
Tekst Marianne van der Linden
Foto Martin Koekebakker
Detailpagina HP 33: Dienst der Hydrografie
Tekening Marianne van der Linden
Copyright Scheepswijs en Heech by de Mar B.V.