Hoe laat kan ik van boord?
De vraag is eigenlijk: wanneer is het water weg rondom mijn schip? Het is in feite niet nodig om het uit te rekenen, je kunt natuurlijk gewoon afwachten, je ziet het vanzelf.
Toch is het een leuke vraag om over na te denken. Als je planning klopt heb je waarschijnlijk al een verwachting van het tijdstip dat je helemaal droog ligt.
Vroeg of laat vastgevaren?
Ben je vroeg in het tij vastgevaren, dan profiteer je van de uren dat het water snel valt. Volgens de twaalfden-(vuist)regel valt het water in het 3e en 4e uur na hoogwater het snelst: in die twee uur verdwijnt de helft van het totale verval richting zee. Bij een verval van 2,2 meter loopt er dus 1,1 meter water weg in 2 uur tijd.
Voor veel schepen is dat al voldoende om helemaal droog te komen.
Ben je later in het tij, dan duurt het zomaar een uur langer voordat je droog ligt. Het laatste uur voor laagwater stroomt er aanzienlijk minder water weg.
De getijcurve gebruiken
Om het moment van te voren uit te rekenen, heb je de getijcurve nodig van de plek waar je ligt, maar die is er niet altijd. Voor de grote lijnen kun je de getijcurve van de dichtstbijgelegen plaats gebruiken.
- zorg dat je het tijdstip van vastvaren nog weet (bruine pijl omhoog)
- lees in de curve af wanneer het water net zoveel gezakt is als de diepgang van je schip (blauwe pijl).
- Naar verwachting is dat het tijdstip dat je met droge voeten van boord kan (groene pijl naar beneden).
Tot slot
Zorg dat iedereen met laagwater weer bij het schip is.
Daarover volgende keer meer!
Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.
Geschreven door Marianne van der Linden
Scheepswijs Vaarcusussen www.scheepswijs.nl