Het Wad is een gebied met grote diepteverschillen. Het meest extreem is dat in de zeegaten. Een diepte van 30 meter is daar geen uitzondering. De sterke stroming tussen de eilanden houdt de geulen op diepte. In de zeegaten vind je ook de hoogste banken, zoals de Richel, de Blauwe Balg en het Simonszand, die altijd droog liggen en alleen af en toe met een zware noordwesterstorm onder water staan. Verder het Wad op herhaalt het patroon zich. Langs de diepe geulen vind je de hoge banken. Verder onder de eilanden worden de geulen minder diep en de banken minder hoog. Totdat er op het wantij nauwelijks meer sprake is van diepteverschillen.

De dieptecijfers geven de diepte ter plaatse weer. De diepten zijn vermeld in meters met één cijfer ‘achter de komma’ (de decimeters), hoewel er op de kaart geen komma’s gebruikt worden. De dieptegegevens gelden voor LAAG WATER!

Voor de duidelijkheid zijn de dieptecijfers op de Waddenkaarten altijd cursief weergegeven. Ook als de nummers van de betonning dicht bij de dieptecijfers staan, kun je dan herkennen wat wat is.

Ook de dieptelijnen en -kleuren geven veel informatie over het reliëf op het Wad, daarover volgende keer meer.

Terug naar het overzicht vaarcursus.


Tekst: Marianne van der Linden
© ScheepsWijs Vaarcursussen
www.scheepswijs.nl