Laat het getij je helpen, maak gebruik van de stroming
Van Terschelling naar Harlingen
We liggen in haven van Harlingen en ons doel voor vandaag is Terschelling. Het hoogwater is al vroeg in de ochtend, om 4.36 uur. Na hoogwater begint het water weer te vallen, ongeveer een uur na hoogwater keert de stroomrichting in de geulen om, richting zee.
Ebstroom en vloedstroom
De Blauwe Slenk, de Vliestroom en de West Meep zijn diepe geulen waar het hard kan stromen. Als je rekent met 2 knopen stroom maakt het dus 4 knopen verschil in snelheid of je stroom mee of stroom tegen hebt!
Voor het eerste deel van de reis naar Terschelling (de Blauwe Slenk en de Vliestroom, zie kaartje) maken we gebruik van de ebstroom. Bij de West Meep wordt het een ander verhaal. De ebstroom, richting zee, is daar voor ons juist ongunstig. We vertrekken om 8.00 uur om eerst de ebstroom en daarna de vloedstroom te kunnen benutten.
Tij-stop bij Franse Gaatje
We zijn iets voor de kentering (het omkeren van de stroomrichting) al bij de West Meep en houden bij het Franse Gaatje een ‘tij-stop’: we ankeren tot de laagwaterkentering geweest is en vervolgen dan de reis met de vloedstroom de West Meep in.
Opkruisen met stroom mee
Omdat de wind ook nog steeds noord-oostelijk is moeten we in de West Meep kruisen. Het is er ruim genoeg om lange slagen te maken. Maar het belangrijkste is: de vloedstroom helpt ons de goede kant op. Kruisen is dan goed te doen. De vloedstroom tegen de noord-oostenwind in maakt het water onrustig, er staan flinke golven. Met meer dan windkracht 5 zouden we hier niet graag varen. Maar met de 4 Beaufort van vanmiddag is het juist te doen. We varen niet te hoog aan de wind. Op een aan-de-windse koers en de zeilen niet te strak houdt het schip goed snelheid en de stroom doet de rest. We maken mooie slagen over de grond, in anderhalf uur zijn we bij de ingang van de Slenk die we helemaal bezeild hebben.
Bezeild en stroom tegen gaat goed
Wat is de stroomrichting in de Slenk? We hebben nog steeds te maken met de vloedstroom, dat betekent dat we hier weer stroom tegen hebben. Omdat we de Slenk ‘bezeild’ hebben (we hoeven niet te kruisen) is dat geen probleem. Rustig varen we door deze smalle slingerende geul.
Kortom:
Maak zoveel mogelijk gebruik van de stroom, het scheelt enorm in snelheid. Met stroom mee is zelfs opkruisen goed te doen. En als je het ‘bezeild’ hebt kom je ook met stroom tegen nog een heel eind.
Goede vaart.
Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.
Tekst Marianne van der Linden
Kaartdetails Dienst der Hydrografie, Koninklijke Marine
Copyright Scheepswijs, Dienst der Hydrografie en Heech by de Mar B.V.