Vaar met de juiste uitrusting van schip en bemanning (vervolg)
De zeekaarten liggen klaar, de getijdentabellen uitgeprint van het internet, de vaarboom voorzien van plakbandjes ter hoogte van de diepgang van je schip...
Wat heb je nog meer nodig :
Om gezien te worden:
- De navigatieverlichting moet altijd in orde zijn, voor een zeilend schip, varend op de motor en voor anker. Ook al ben je geen nachtzeiler, het is een fijn idee dat je gezien wordt als het donker is.
- Een radarreflector is op de drukke vaarroutes van de Waddenzee verplicht.
- Ook de marifoon helpt om ‘gezien’ te worden. De reddingboten van de KNRM zijn uitgerust met peilapparatuur om een marifoon, en daarmee een schip, te localiseren.
- Een setje noodsignalen (vuurpijlen en zo) op een afgesproken plek is je laatste redding als je hulp nodig hebt en geen contact kunt maken met andere schepen of de wal.
Als de planning niet past:
Op het Wad kunnen de omstandigheden snel veranderen. De wind neemt toe, of juist af. Als je 2 uur langer over de eerste helft van de tocht doet, heb je wellicht stroom tegen waar je nog stroom mee verwachtte. Je planning komt niet altijd uit zoals je had gedacht.
- Stevig ankergerei is onmisbaar. De ondiepe delen van het Wad bieden veel beschutting, daar vind je altijd een geschikte ankerplaats. Een anker moet klaar zijn voor gebruik en je moet er vlot mee overweg kunnen.
- Naast de navigatieverlichting is een schijnwerper handig als je ’s nachts nog een stukje moet varen. In de kleine geulen vind je dan makkelijker de onverlichte (‘blinde’) tonnen. Daarnaast kun je bij nadering van grote schepen extra aandacht op je schip vestigen door met de lamp in de zeilen te schijnen.
- Voldoende brandstof en drinkwater (een volle tank).
- Voor meerdere dagen proviand aan boord. Om het gezellig te houden, ook als de reis langer duurt dan verwacht.
Voor alle opvarenden:
- Zeilkleding om warm en droog te blijven.
- Draag aan dek altijd een reddingsvest, zelfs als het rustig weer is. Overboord gaan kan altijd gebeuren. Met een reddingsvest ben je in ieder geval te zien, op het weidse water.
- Het ritme van het getij is niet ons eigen ritme, herinner elkaar eraan om op tijd te eten en te slapen (hét excuus voor een middagdutje).
Tot slot, over ‘uitrusting’ gesproken…
…begin ook zelf goed ‘uitgerust’ aan de tocht. Ook dat komt ieders vaarplezier en veiligheid ten goede. De alsmaar wisselende wereld van weer, wind en getij, diepten en ondiepten is al je aandacht waard!
Goede vaart.
Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.
Tekst Marianne van der Linden
Foto Martin Koekebakker
Copyright Scheepswijs en Heech by de Mar B.V.