- Het water lezen
Vaak kun je aan het water zien waar de geul overgaat in de ondiepe plaat. De golven zijn daar kleiner en het water heeft een andere kleur. Hoe steiler de rand des te opvallender het beeld in het water, soms zie je zelfs een schuimstreep bij de rand van de plaat. Maar niet elke schuimstreep is een ondiepte! Probeer het beeld dat het water geeft te herkennen en te interpreteren.

- Peilstok of dieptemeter?
De peilstok is onmisbaar. Op ondiep water (minder dan 1 meter water onder het schip) is een elektronische dieptemeter namelijk onbetrouwbaar. Als de diepte alsmaar ‘verspringt’ van 3 meter naar 1 meter en weer terug of er komt een ‘error’-melding, dan is er nog maar één manier op te peilen: met de peilstok.

- Ik kan niet meer sturen!
Als je schip ‘vreemd’ begint te sturen is het tijd om snelheid te minderen. Er is dan zo weinig water onder je schip dat de koers beïnvloed wordt. Peil de diepte en én lees aan de peilstok af hoe hard je gaat. Om stromend water is je snelheid over de grond moeilijk te herkennen, maar met de peilstok op de zeebodem zie je precies hoeveel vaart je nog hebt en…. in welke richting je schip beweegt!

Hou de peilstok in de hand om de precieze plek te bepalen. De volgende vaartip gaat daarover.

Op het moment dat je grond voelt onder het schip neem je de laatste meters om de kop van het schip in de wind te draaien. Dat geeft je in de kuip een beschutte plek om te zitten.

Hou de vaarboom nog even op de zeebodem. Als het schip een paar minuten op dezelfde plaats blijft, kun je ervan uitgaan dat het niet meer van zijn plaats gaat.

Goede vaart.


Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.


Tekst Marianne van der Linden
Foto Heech by de Mar
Copyright Scheepswijs en Heech by de Mar B.V.